door Riet Borsboom
Het “dode kindje “….Oftewel EEN ENGELTJE……
De Zincafe’ avond met Ben ” ENGELEN in de kunst ” van vrijdag, 16 september was weer een avond om even bij stil te staan.
De zaal is redelijk gevuld, de koffie en thee wordt zeer gewaardeerd, Rudi heet iedereen welkom en we zijn heel benieuwd naar de avond.
Ben begint te vertellen en laat de 1e dia zien: ,,Er is vaak meer te zien dan je denkt.
Ben wil tot nadenken aanzetten. De engel is een ongrijpbaar figuur. Wat moet je ermee? Wat kan die symbolisch betekenen? Zelf kom ik uit een katholiek nest en ik ben opgegroeid met de engel als beschermer.’’
,,Kunst kan helpen om gelovigen toegang te geven tot het mysterie, het onzichtbare’’, zegt Ben. ,,Een beeld in de kunst is namelijk geen letterlijke invulling, maar laat ruimte voor eigen interpretatie.’’ En dat is precies de bedoeling, anders ga je iets dichtplakken.’’
We zien ENGELEN van Caravaggio en Rembrandt, Paul Klee, Wouter Stips en beeldend kunstenaar Gerhard Lentink.
Op de vraag of hij denkt ooit een echte gezien te hebben, zegt hij: ,,Zeker, dat waren menselijke engelen.’’ Hen zien als helpers, goede wezens, is ook een manier van kijken, aldus Ben.
Een van de dia’s heeft deze afbeelding:
Een 2 – tal jonge jongens dragen een ladder met daarop een ” gebroken wit engeltje “,
Schilder Hugo Simberg .
Toen kwam de volgende jeugdherinnering bij mij naar boven.
Margreet kwam huilend naar school. Haar zusje van 3 jaar was dood…
Wij, klasgenootjes, allemaal 7 en 8 jaar oud, leefden met haar mee. In het speelkwartier verloren we haar niet uit het oog en probeerden haar overal bij te betrekken.
In het grote huis, waar zij woonde met nóg 6 broertjes en zusjes, waren de linker gordijnen dicht. Als wij er langs liepen, naar en van school , ook tussen de middag , waren we heel stil.
Na 2 dagen zeiden wij tegen elkaar : ” wie gaat er mee een weesgegroetje bidden ” ?
4 kinderen wilden wel mee.
Wij belden aan …. de moeder van Margreet deed open.
” Mogen wij een weesgegroetje bidden mevrouw bij uw dode kindje “?
” natuurlijk, kom maar binnen ” en wij volgden haar in stilte naar de kamer aan de linker voorkant van het grote huis.
In een klein wit kistje lag het dode zusje…. Oh. .. wij hebben heel eerbiedig een weesgegroetje gebeden en tegen de mevrouw troostend gezegd :
” nu is het een engeltje hè mevrouw ? ” De mevrouw heeft het volmondig beaamd.
Tot op de dag van vandaag is de herinnering bij mij levend gebleven. Margreet is nog altijd een goede vriendin van me en ze weet dat haar moeder blij is geweest met het bezoek van die kleine meisjes uit de klas van Margreet.